Rhinocerus – Albrecht Dürer

Ooit was ik in Nepal en ik wilde er dolgraag de Indische neushoorn zien. We begeven ons naar het Chitwan National Park en trekken op een olifant én met een gids het gebied in. Al snel brengt onze leidsman ons naar de plaatsen waar deze grote planteneters zich blijkbaar ophouden. Het gezichts- van deze dieren is slecht, maar hun geurvermogen is bijzonder sterk ontwikkeld. Als je ze met de wind mee benadert, zul je ze niet snel zien. Mocht het zo zijn dat ze je achterna komen dan dien je razendsnel te  zigzaggen, anders kan je het niet meer navertellen. Op de hoge rug van een olifant ben je relatief veilig.  Opvallend is natuurlijk de neus, een volwassen exemplaar kan wel 2 meter hoog worden. De huid is grijsbruin van kleur. Later in Chitwan kwam ik de plaatselijke huisarts tegen en ik vroeg hem: wat een van de meest voorkomende klachten in zijn praktijk was, hij vertelde me: dat dit de verwondingen door de neushoorns uit het park zijn …

In mijn boek ‘De rots van Calpe’ komt de neushoorn overigens ook nog voor, zij het zijdelings. Beroemd is natuurlijk de hierboven geplaatste houtsnede uit 1515 gemaakt door de Duitse kunstschilder Albrecht Dürer. Afgebeeld is de bewuste pantserneushoorn. ‘De houtgravure werd veelvuldig gekopieerd, herdrukt en verspreid en had een grote invloed op de kunst. Tot in de tweede helft van de achttiende eeuw werd Dürers voorstelling van een neushoorn als natuurgetrouw beschouwd. De neushoorn die model stond voor zijn kunstwerk, werd in 1515 naar Lissabon verscheept. Waarschijnlijk was dit het eerste levende exemplaar dat sinds de derde eeuw in Europa te zien was.[1] Nog datzelfde jaar werd het dier naar Rome gestuurd als geschenk voor de Paus Leo X. Dürer heeft de neushoorn nooit zelf gezien. Hij baseerde zich op beschrijvingen en een schets van een onbekende kunstenaar.’ Bron: Wikipedia.

Boven de neushoorn staat een Duitse tekst  gedrukt: ‘[In mei 515] Meegebracht uit India naar de grote en machtige koning Emanuel van Portugal in Lissabon: een levend dier, een zogenoemde neushoorn, die hieronder is afgebeeld. Het dier heeft de kleur van een schildpad en is bedekt met dikke hoornplaten. Het is bijna even groot als een olifant, maar heeft kortere poten en is vrijwel onkwetsbaar. […] Er wordt gezegd dat neushoorns snel kunnen rennen, zeer levendig en slim zijn.’ Bron: Neil MacGregor – Een geschiedenis van de wereld in 100 voorwerpen, 2010, pag. 552 – 558.

  © Bram Zoon (2017)

 

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Bewaren

Over Bram Zoon

Bram Zoon komt uit een gezin van zeven jongens en een meisje. Hij studeerde bedrijfs- en organisatiekunde in Rotterdam (EUR) en Utrecht (Master of Management Change). In december 2010 debuteerde Zoon met Gloed van Liefde, een egodocument. Twee jaar later volgden Egbert Reitsma: architect en kunstschilder en Hemelsplein, een novelle over de zoektocht naar waarheid van econoom Jacob Walbeek. Maart 2014 verscheen De rots van Calpe, waarvan nog datzelfde jaar een tweede druk verscheen. In datzelfde jaar werd Glow of Love bij America Star Books gepubliceerd. In juni 2015 kwam De illusie van de zelfbepaling uit, een bundeling van filosofische essays; prof. dr. Frans Jacobs schreef het voorwoord. Onlangs (september, 2018) kwam de novelle Villa Minerva - Kroniek van een dagboekschrijver, uit bij Brave New Books. Maart 2020 verscheen het essay Kabinet van Heidegger.