De cirkelvormige tijd

 

‘Het leven is een wiel en het draait en ge ziet altijd iets nieuws en ge ziet altijd hetzelfde.’

Louis Paul Boon (1912 – 1979)

Uit het essay ‘De cirkelvormige tijd’ van Jorge Luis Borges[1] komt mijn illusieloze Facebook citaat[2], met het drievoudige ‘De leer van de cycli’ vormt het zijn verweer tegen Nietzsche leer van de Eeuwige wederkeer.[3]  Het FB-citaat is overigens van Schopenhauer, iemand die Borges zijn hele leven heeft bewonderd. Maar het gaat er hier nu om dit citaat enigszins in te bedden in de bedoelingen die Borges hierbij voor ogen stonden.

Borges haalt Marcus Auerelius aan: ‘Al telde jouw leven 3000 of 10 x 3000 jaren, bedenk dat niemand een ander leven verliest dan wat hij leeft en dat hij geen ander leven leeft dan dat hij verliest. De langste en de kortste termijn zijn derhalve identiek. Het heden is er voor iedereen; sterven is heden, een zeer korte tijdspanne verliezen. Niemand verliest het verleden of de toekomst want me kan niemand afpakken wat hij niet heeft. […]’.

“Als we bovenstaande regels met enige ernst lezen […] , zullen we zien dat ze twee curieuze gedachten verwoorden en vooronderstellen. De eerste is dat ze het verleden of de toekomst werkelijkheid ontzeggen. Zij komt tot uitdrukking in deze passage van Schopenhauer: “De verschijningsvorm van de wil is alleen het heden, niet de toekomst of het verleden; die bestaan slechts als denkbeeld en in samenhang met het bewustzijn, voor zover dat is onderworpen aan het redelijkheidsbeginsel. [en dan volgt nu het gebruikte citaat] ‘Niemand leeft in het verleden geleefd en niemand zal in de toekomst leven; het heden is de vorm van alle leven.’ De tweede ontkent net als Prediker dat er ooit iets nieuws onder de zon is. De gissing dat alle ervaringen van de mens (op een of andere manier) analoog zijn, kan op het eerste gezicht overkomen als eenvoudige verarming van de wereld.”

Borges rondt dan uiteindelijk als volgt af: ‘In tijden van bloei kan de gedachte dat het bestaan van de mens een constante, onveranderlijke kwantiteit is, tot triestheid stemmen of irriteren; in tijden van verval (zoals de huidige) betekent het de belofte dat geen enkel smaad, geen enkele ramp, geen enkele dictator ons ooit kan verarmen.’

©Bram Zoon (2018)

[1] Geboren 24 augustus 1899, Buenos Aires, Argentinië Overleden: 14 juni 1986, Genève, Zwitserland.

[2] ‘Niemand leeft in het verleden geleefd en niemand zal in de toekomst leven; het heden is de vorm van alle leven.’

[3] Jorg Luis Borges, De essays, 2016, pag. 245 – 261. De hier aangehaalde uiteenzettingen werden overigens in ‘De geschiedenis van de eeuwigheid’ (1936) gepubliceerd.

Over Bram Zoon

Bram Zoon komt uit een gezin van zeven jongens en een meisje. Hij studeerde bedrijfs- en organisatiekunde in Rotterdam (EUR) en Utrecht (Master of Management Change). In december 2010 debuteerde Zoon met Gloed van Liefde, een egodocument. Twee jaar later volgden Egbert Reitsma: architect en kunstschilder en Hemelsplein, een novelle over de zoektocht naar waarheid van econoom Jacob Walbeek. Maart 2014 verscheen De rots van Calpe, waarvan nog datzelfde jaar een tweede druk verscheen. In datzelfde jaar werd Glow of Love bij America Star Books gepubliceerd. In juni 2015 kwam De illusie van de zelfbepaling uit, een bundeling van filosofische essays; prof. dr. Frans Jacobs schreef het voorwoord. Onlangs (september, 2018) kwam de novelle Villa Minerva - Kroniek van een dagboekschrijver, uit bij Brave New Books. Maart 2020 verscheen het essay Kabinet van Heidegger.