Onrust stoken

In het nieuwste thema nummer Vergeef me van Speling (2017, nr. 2) trof ik een behartenswaardig artikel van Jos Huls aan. Hij stelt daar de ongemakkelijke vraag aan de orde in hoeverre we als mens schuldig zijn? Het gaat hem erom dat we schuldig worden doordat we geneigd zijn iets te ontkennen in ons leven.

‘Wij zijn te gast in een leven dat wezenlijk niet van ons is en wanneer wij de ruimte van onze ziel binnengaan, beseffen wij dit “vergeten” maar al te goed. […] Ontkennen we deze werkelijkheid in onszelf omdat we koning blijven in ons eigen rijk, dan wordt ons weliswaar geen strobreed in de weg gelegd, maar zijn wij door eigen toedoen als de dood voor God.’[1]

Ik betreur het dat Huls met zijn inbreng dit ‘als de dood voor God’ niet verder heeft uitgewerkt. Dan zou zomaar kunnen blijken dat zijn aanklacht van de stilte én het doorstaan van angst (als de dood voor) niet zo eenduidig is en verloopt als hij ons wil laten geloven. Het is spijtig dat aan de voorwaarden om angst te kunnen dragen geen aandacht wordt besteed. Enkel de rol van de ‘onruststoker’ wordt door hem belicht, maar in de hachelijke situatie van angst is dit een eerder een gevaarlijke aanbeveling, dan een zorgvuldige afweging.

Huls veronderstelt dat angst en geweten in elkaars verlengde liggen, maar is dat wel zo? Zijn aanname dat de herkomst van de angst uitsluitend en exclusief tot het verklaringsschema God-zonde-vergeving moet worden teruggebracht is te eenzijdig.

Wat wil ‘het verstaan van de oproep tot schuldig zijn’ eigenlijk zeggen? Een dergelijk oproepen gaat er vanuit dat ‘ik als er zijn telkens al ben’ en toch is dat hier de grote vraag.[2] Iets waar Huls zomaar aan voorbij lijkt te gaan. Om nog maar te zwijgen van het feit dat een dergelijk oproepen bovendien een oproep tot het kwade kan inhouden.

Het lijkt alsof Huls zichzelf de rol van onruststoker toebedeelt, maar hier faalt hij jammerlijk, hij scheert namelijk alle mensen over een kam. Bij hem treffen we geen onderscheid aan, zo laat hij bijvoorbeeld achterwege dat angst dermate desoriënterend kan zijn dat psychologische- of psychiatrische behandeling noodzakelijk is. Hij zoekt – in al zijn algemeenheid – mensen bij zijn perspectief die eenvoudigweg niet bestaan, hij lijkt op een roepende in de door hemzelf gecreëerde woestijn.

Angst is niet een psychologisch – en ook geen metafysisch – maar een voltrekkend gegeven, wij zijn angst, net zo als we sterfelijk zijn. Angst is rusteloos én controleloos. De hulpeloosheid van de angst en de gewetensnood vraagt ons om diepere existentiële vragen niet te vermijden en toch onder ‘controle’ te krijgen. Over deze transformatie van angst naar vrees vernemen we niets bij Huls.

Een mogelijke verklaring voor deze ‘tekortkomingen’ is dat hier minder een denker maar meer een gelovige aan het woord is. Toch is het onderscheid tussen denken en geloven niet zo sterk als het lijkt. Dat wordt duidelijk als Huls het bijvoorbeeld heeft over de rol van het geweten in deze materie. Dan lijkt zijn spreken voor de eigen parochie naar de achtergrond verdwenen.

Mijn voornaamste bezwaar tegen zijn bijdrage is dat je nergens kan zien of Jos Huls uit ervaring spreekt, of hij ooit zelf door de tunnel van angst is gegaan. Steeds plaatst hij zichzelf buiten de materie alsof het hem niet maar de anderen aangaat, iets dat in dit verband onmogelijk is. Dit doet jammer genoeg afbreuk aan zijn op zich waardevolle bijdrage. In plaats van de door hem aanbevolen leiding van de stilte suggereert hij, toegerust met Gods gezag, steeds te weten wie hij zelf – onder alle omstandigheden? – is en waar hij staat.

[1] Jos Huls – Vergeet Gods vergeving niet, Speling, juni 2017, jrg. 69, nummer 2, pag. 89 – 93.

[2] Martin Heidegger –Zijn en tijd, §58 ‘Het verstaan van de aanroep en de schuld’, pag. 361 – 363, 2013.

©Bram Zoon (2017)

Over Bram Zoon

Bram Zoon komt uit een gezin van zeven jongens en een meisje. Hij studeerde bedrijfs- en organisatiekunde in Rotterdam (EUR) en Utrecht (Master of Management Change). In december 2010 debuteerde Zoon met Gloed van Liefde, een egodocument. Twee jaar later volgden Egbert Reitsma: architect en kunstschilder en Hemelsplein, een novelle over de zoektocht naar waarheid van econoom Jacob Walbeek. Maart 2014 verscheen De rots van Calpe, waarvan nog datzelfde jaar een tweede druk verscheen. In datzelfde jaar werd Glow of Love bij America Star Books gepubliceerd. In juni 2015 kwam De illusie van de zelfbepaling uit, een bundeling van filosofische essays; prof. dr. Frans Jacobs schreef het voorwoord. Onlangs (september, 2018) kwam de novelle Villa Minerva - Kroniek van een dagboekschrijver, uit bij Brave New Books. Maart 2020 verscheen het essay Kabinet van Heidegger.